Over een danser die tweemaal sterft

Argus nr. 178 3 juli 2024

Te oud om professioneel te dansen – wat nu?

Ooit balletdanser, nu leraar, laborant, fotograaf, grafisch ontwerper of verloskundige. Omscholing Dansers Nederland (ODN) heeft sinds 1968 meer dan drieduizend dansers geholpen bij het vinden van een nieuwe loopbaan. Want als je, uiterlijk zo rond je 35ste bent uitgedanst, is er nog heel veel tijd te leven en te werken over.

Jezelf opnieuw uitvinden. Daar komt het op neer als je, na vijftien of twintig jaar schitteren op de planken van het Muziektheater, voelt dat je lijf z’n souplesse gaat verliezen en je benen steeds meer pijn gaan doen.
“Een danser sterft tweemaal – de eerste keer op het moment dat er een einde komt aan het dansen, en die eerste dood is verreweg de pijnlijkste”, aldus de legendarische Amerikaanse balletdanseres Martha Graham (1894-1991). Het proces van stoppen is voor veel dansers een rouwproces. Met de hamvraag: en wat nu? Veel van hen zijn aan het beantwoorden van die vraag eerder nog niet toegekomen. De balletwereld slokt je helemaal op en, eenmaal aan het eind van zijn loopbaan, heeft de danser niet altijd meer een reëel beeld van de wereld buiten het theater.

Toch maken, na een moeilijke aanloopperiode, veel dansers een geslaagde stap naar een nieuwe carrière, vaak met steun van ODN. Het allermooiste voorbeeld van een succesvolle omscholing is toch wel die van Joel Brandon O’Dell (VS, 1974). Hij danste in Washington en New York en zette daarna zijn carrière voort in Nederland, eerst bij Dance Works Rotterdam en vervolgens bij het Scapino Ballet. In 2011 beëindigde hij zijn artistieke loopbaan, liet zich met hulp van ODN omscholen en is sinds 1 maart van dit jaar directeur/bestuurder van ODN.

“Ik was 35 toen ik stopte met professioneel dansen”, zegt Brandon. “Ik stond toen voor de vraag: wie ben ik als ik geen danser ben? En ik vroeg me af met wat voor werk ik weer zinvol aan de slag kon. De loopbaancoaching van ODN heeft me geholpen. Ik heb mijn master in business administration gehaald aan de Universiteit van Cambridge en heb daar vervolgens in een paar banen ervaring in opgedaan. Nu, met mijn aanstelling als directeur van een unieke organisatie als ODN, voelt het als thuiskomen.”

Naast de drieduizend balletjongens en -meisjes die een loopbaantraject hebben gelopen bij ODN of zijn geadviseerd, hebben er ook nog eens vijfhonderd financiële ondersteuning gekregen voor training, studie en omscholing. Daarvoor hebben ze in feite zelf gespaard. Wie valt onder de dans-cao draagt automatisch premie af aan het omscholingsfonds van ODN. Dat is 9,25 procent van het bruto maandsalaris, waarvan de werkgever 6,93 procent betaalt en de werknemer 2,32 procent. Wie niet onder de cao valt, kan vrijwillig deelnemen. Afhankelijk van de hoeveelheid ingelegde premies, kan de financiële ondersteuning oplopen tot 75.000 euro
“Door die regeling kunnen dansers weer op eigen benen staan en een nieuwe weg inslaan zonder in de financiële problemen te komen”, zegt Daniele Cardim. Deze Braziliaanse ballerina, die bij het Nationale Ballet terechtkwam, stapte van het podium toen ze voelde dat haar tijd erop zat: ‘‘Mijn lijf begon pijn te doen en mijn techniek ging achteruit.” Het viel niet mee om na jaren in de spotlights weer naar de schoolbanken te gaan, maar “Wij als dansers kennen een ijzeren discipline en dat komt dan goed van pas.” Daniele studeerde kunstmanagement in Londen en kreeg een baan als producent en choreograaf bij het New English Ballet Theatre. Zo bleef ze toch nog in de danswereld. Dat komt vaker voor. Bij het Nationale Ballet bijvoorbeeld zijn vier voormalige dansers in dienst, nu als fotograaf, filmer, productieleider en assistent bij de afdeling marketing.

Meestal gaat het echter een andere kant op. Je kunt bijna geen sector bedenken of er werken wel ex-dansers. De Duitse Inken Landkröner ging na haar loopbaan bij diverse gezelschappen, laatstelijk Conny Janssen Danst, de verloskamer van het ziekenhuis in. “Toen ik stopte met dansen, was de grootste uitdaging om te kiezen welke richting ik op zou gaan. Ik voelde wel voor verloskundige. Door het onbekende was er twijfel of het wel de juiste keuze zou zijn. Zodra de studie begon, sloeg de twijfel om in enthousiasme en door de steun van de omscholingsregeling werd het een warm bad.” De les die ze leerde: “Geniet zoveel als mogelijk van je danscarrière, en wees eerlijk tegen jezelf als je moet stoppen. Dansen lijkt op dat moment alles, maar er zijn nog zo veel andere leuke disciplines.” Die heeft ze wel ontdekt, want Intussen is Inken alweer een stap verder en is nu stagecoördinator bij de Hogeschool van Amsterdam.

Een balletdanseres die nog midden in de omscholing zit, is Vivian Sauerbreij, die elf jaar bij het gezelschap Introdans zat. “Ik heb daar een prachtige carrière gehad, maar daar komt ooit een einde aan. Dat betekent afscheid nemen van een passievolle baan en de stap nemen naar een nog onbekende toekomst. Voor mij is dat aan de ene kant verdrietig en aan de andere kant ontzettend spannend. Het is moeilijk kiezen wat je wilt gaan doen. Maar het is leuk dat je de wereld aan je voeten hebt en de kans om helemaal opnieuw te beginnen. Na lang wikken en wegen: wat vind ik nou echt leuk en hoe ben ik als persoon, kwam ik tot een verrassende keus. Ik heb altijd liefde voor en interesse in huizen gehad. Ik keek er tv-programma’s over en ik was geboeid door de huizen waar ik langs liep. Ik wilde altijd stiekem even binnenkijken: hoe is het gebouwd, hoe groot is het binnen, hoe is het ingedeeld en wat zou het kosten? Ik heb me er verder in verdiept en ben eruit: ik wil me omscholen tot makelaar. Het is o zo leuk om ook die kant van me te ontwikkelen en te ontdekken dat ik meer in mijn mars heb dan alleen mijn mooie danstalent.’