Over stomme smoesjes rond straatnamen

Argus nr. 184, 9 oktober 2024

In Bussum hakken ze de a van Elsa

Willem Waterschoot van der Gracht (1873-1943), jurist, mijnbouwkundige en geoloog, was ongetwijfeld een knappe kop. Maar hij zadelde Nederland ook op met de langste straatnaam: de Ir. Mr. Dr. van Waterschoot van der Grachtstraat in Heerlen. Maar baas boven baas: hij raakte zijn record kwijt toen in Duiven de Laan van de landinrichtingscommissie Duiven-Westervoort van een straatnaambord werd voorzien. Dat was, met zijn 2,6 meter lengte, een collectors item: het werd al na een paar weken gestolen.

Argus dook in de straatnamen naar aanleiding van de column van Cisca Dresselhuys in het nummer van 28 augustus. Daarin mopperde ze op het straatnamenbeleid in de wijk Crailo van de buurgemeenten Bussum, Hilversum en Laren. De straten kregen daar namen van bekende vrouwen, zoals Gré van Swol. Gré van Swol? Zeker, maar het gaat hier om de wereldberoemde sopraan Gré Brouwenstein, die toevallig getrouwd was met een mijnheer Van Swol. Niet de naam dus waaronder ze bekend was kwam op het straatnaambordje, maar de naam waarmee ze geregistreerd stond bij de gemeente. Dat is inmiddels rechtgezet. Nu nog dat andere akkefietje. Wijlen de Bussumse huisarts en schrijfster Elsa Pereira-d’Oliveira was wél bekend onder de combinatie van de namen van haar man en haarzelf, maar helaas telde het Elsa Pereira-d’Oliveirapad 25 karakters en dat was er een teveel: 24 was het maximum. De oplossing was snel gevonden: de a werd van Elsa afgehakt. Haar dochter Suzanne is daar niet blij mee. Haar moeder stond bekend als Elsa en niet als Els.

Het geven van een straatnaam lijkt heel eenvoudig, maar blijkt bij nader onderzoek erg ingewikkeld. Er zijn allerlei normen en voorschriften, die in de tijd ook nogal eens veranderen, software die moeilijk doet en ambtenaren en deskundigen die elkaar tegenspreken. Even surfen naar het straatnamensysteem en je vindt bijvoorbeeld ‘een aanpassing die is bewerkstelligd in het kader van de harmonisatie van gegevensdefinities binnen de overheid en het SBR-programma om de Nederlandse Taxonomie (NT) aan te laten sluiten bij de specificaties van de GBA/BRP.’ Logisch toch?

Ooit stelde de PTT, een voorloper van PostNL, dat om technische redenen geen straatnamen konden worden verwerkt met meer dan zeventien karakters. Later – de techniek schrijdt voort – werden het 24 letters. Langere namen moesten door middel van afkortingen worden teruggesnoeid. ‘Vandaar dat veel gemeentes maar gewoon als regel hebben opgenomen dat een nieuwe straatnaam niet langer dan 24 tekens mag zijn, want dan hoef je ook niet na te denken over een inkorting’, schrijft René Dings op zijn website ‘overstraatnamen.nl’. Dings is lid van de straatnamencommissie in Delft en expert op dit gebied. Hij schreef onder meer het boek ‘Over straatnamen met name’.

‘Argumenten om de lengte van straatnamen te beperken zijn stomme smoesjes’, zegt Dings. ‘Die PTT-norm is verouderd. Waarschijnlijk vinden ze het te veel gedoe om van die 24 af te wijken. Maar het kan gewoon. In Bussum hebben ze bijvoorbeeld ook de Burgemeester De Bordesstraat. Welgeteld 28 karakters. Nee, ze maken er een potje van in Crailo.’