Over Marit met de zoetige luisterliedjes


ARGUS nr. 35/24 juli 2018

Praatpaal

M. zkt. vr. Ik waagde in de jaren tachtig ook eens een poging. Ik kreeg drie reacties. De meest originele was een kaartje met alleen de tekst ‘Ik!’ en een telefoonnummer.
Een paar dagen later zat ik in het appartement dat Marit met zeven katten bewoonde. Marit was niet onaantrekkelijk. De achternaam die ze bij het voorstellen noemde was haar artiestennaam zei ze. Ze had in eigen beheer een elpee met zoetige luisterliedjes uitgebracht, waarvan ik meteen een exemplaar mee naar huis kreeg. Ze raakte ze toch aan de straatstenen niet kwijt.
Wat Marit vooral zocht was een praatpaal. Ze had een ontembare behoefte om over zichzelf uit te weiden. Voor de rest was er weinig met haar te beginnen. Voor een pikant avontuur had ze mij ook niet nodig want ze zette al haar erotische kaarten op de eigenaar van een shoarmazaak verderop in de straat. Een licht gebochelde gozer van middelbare leeftijd. Ze liep de deur schaamteloos bij hem plat.
Enige tijd vermaakte ze me nog wel. Wat al snel irriteerde, waren haar telefonades. Een paar keer in de week belde ze me op en begon een niet te stoppen monoloog. Het duurde niet lang of ik liet onze ‘relatie’ doodbloeden.
Heel veel jaren later kwam ik haar tegen, ergens in Amsterdam-Oost. Terwijl ze haar fiets op slot zette, sprak ik haar aan maar ze kende me niet meer of deed alsof.